Een scanwoord voor een vakje, scangroep, rij of kolom instellen

Als je kiest voor auditieve feedback, dan wordt het scanwoord van elk vakje, rij , kolom of scangroep uitgesproken wanneer het vakje of reeks vakjes wordt aangeboden. Indien er geen scanwoord is ingesteld, wordt de tekst van het vakje uitgesproken. Indien er geen tekst is, wordt het label van het vakje uitgesproken. Je kan opteren om in plaats van de tekst, het label van het vakje te laten uitspreken, als er geen scanwoord is ingesteld.

Als er scanwoorden zijn ingesteld voor zowel vakjes als rijen of kolommen of scangroepen, krijgt het uitspreken van het scanwoord van een scangroep voorrang op rijen of kolommen. Rijen of kolommen krijgen voorrang op vakjes.

  1. Kies Menu > Bewerken F2.
  2. Kies het tabblad Vakje in het bewerkingspaneel.
  3. Navigeer naar de gewenste pagina.
  4. Selecteer een vakje.
  5. Klap het groepsvak Scanning/Dwelling open.
  6. In het groepsvak Scanning/Dwelling, kies één van de volgende opties:
    OptieProcedure
    Scanwoord voor een vakje
    1. Selecteer de vakjes waarvoor je eenzelfde scanwoord wil instellen.
    2. In de rubriek Scanwoord, in het veld Vakje, vul je het scanwoord in.
    Scanwoord voor een scangroep
    1. Selecteer een vakje van de scangroep.
    2. In de rubriek Scanwoord, in het veld Scangroep, vul je het scanwoord in.

    Je kan pas een scanwoord voor een scangroep instellen als er al vakjes zijn die tot een scangroep horen.

    Scanwoord voor een rij
    1. Selecteer een vakje van de rij.
    2. In de rubriek Scanwoord, in het veld Rij, vul je het scanwoord in.
    Scanwoord voor een kolom
    1. Selecteer een vakje van de kolom.
    2. In de rubriek Scanwoord, in het veld Kolom, vul je het scanwoord in.