Een actie voor notitie toevoegen

Een actie voor notitie wordt gebruikt om de notitie aan te sturen.
  1. Bewerk het vakje (F5).
  2. Klik op Item toevoegen Ctrl+klik=Item kopiëren in het groepsvak Acties.
  3. Kies Notitie in de keuzelijst Acties.
  4. Kies in de vervolgkeuzelijst één van de volgende acties:
    Actie Uitleg
    Activeren: aan Om het notitievak te activeren. Je kan schrijven in het notitievak.
    Activeren: aan/uit Om te wisselen tussen schrijven in het notitievak (actief) en NIET schrijven in het notitievak.
    Activeren: uit Om het notitievak te deactiveren. Je kan NIET schrijven in het notitievak.
    Afdrukken Druk de inhoud van het notitievak af.
    Opslaan als Om de notitie op te slaan in een bestaand vakje.
    Opslaan als 'x' Om de notitie op te slaan als een apart bestand. Geef in onder welke naam het moet worden bewaard.
    Opslaan in vakje Om de notitie op te slaan in een leeg vakje.
    Aan zinsvoorspelling toevoegen Om de notitie toe te voegen aan de zinsvoorspellingslijst.
    Correctie Om het woord of symbool dat het laatst werd toegevoegd aan de notitie te verwijderen.
    Cursor: End Om de cursor naar het einde van de notitie te verplaatsen.
    Cursor: Home Om de cursor naar het begin van de notitie te verplaatsen.
    Cursor: Links Om de cursor één plaats naar links te verplaatsen.
    Cursor: Omhoog Om de cursor één plaats naar omhoog te verplaatsen.
    Cursor: Omlaag Om de cursor één plaats naar omlaag te verplaatsen.
    Cursor: Rechts Om de cursor één plaats naar rechts te verplaatsen.
    Echo: aan Om de echofunctie te activeren, waarbij elk woord of item dat je toevoegt aan de notitie onmiddellijk wordt uitgesproken.
    Echo: uit Om de echofunctie uit te schakelen. Woorden of items die aan de notitie worden toegevoegd worden niet onmiddellijk uitgesproken.
    Hoofdletter: aan/uit Om het item voor de cursor met een hoofdletter weer te geven of niet weer te geven.
    Hoofdletter: aan Om het item voor de cursor met een hoofdletter weer te geven.
    Hoofdletter: uit Om het item voor de cursor zonder hoofdletter weer te geven.
    Items wisselen Om de 2 items voor de cursor te wisselen van plaats.
    Kopiëren naar klembord Om de inhoud van de notitie te kopiëren naar het klembord.
    Lees alinea Om de alinea te lezen.
    Lees alles Om de volledige inhoud van de notitie te lezen.
    Lees item Om het item vóór de cursor te lezen. Het item kan een karakter zijn of een volledig woord.
    Lees woord Om het woord vóór de cursor te lezen.
    Lees zin Om de zin waar de cursor in staat te lezen.
    Nieuwe Lijn Om een nieuwe regel toe te voegen aan de notitie.
    Ongedaan maken Om de laatste acties in het notitievenster ongedaan te maken. Je kan tot 10 acties ongedaan maken.
    Openen Om een notitie te openen, die werd bewaard via de actie Opslaan als. Klik op het vakje met de actie Openen en klik vervolgens op het vakje waar je de notitie hebt bewaard.
    Openen 'x' Om een notitie te openen die werd bewaard onder een specifieke naam. De naam van de notitie werd gedefinieerd in het vakje met de actie Opslaan als 'x'.
    Opslaan als Om de notitie te bewaren in een vakje met inhoud.
    Opslaan als 'x' Om de notitie te bewaren als bestand. Via de actie Openen 'x' kan de bewaarde notitie worden opgehaald.
    Opslaan annuleren Om de voorgaande actie Opslaan als of Opslaan in vakje te annuleren.
    Opslaan in vakje Om de notitie te bewaren in een leeg vakje.
    Plakken uit klembord Om de inhoud van het klembord in de notitie te plakken. Bijvoorbeeld een stuk tekst die werd gekopieerd op het internet kan worden geplakt in de notitie.
    Typ: Punt (.) Om een punt toe te voegen aan de notitie én om de grammaticafunctie te resetten.
    Typ: Spatie Om een spatie toe te voegen. Je kan ook gewoon de spatie als tekst invoeren.
    Typ: Uitroepteken (!) Om een uitroepteken toe te voegen aan de notitie én om de grammaticafunctie te resetten.
    Typ: Vraagteken (?) Om een vraagteken toe te voegen aan de notitie én om de grammaticafunctie te resetten.
    Wis alles Om de volledige notitie te wissen.
    Wis karakter Om het karakter voor de cursor te wissen.
    Wis woord Om het woord voor de cursor te wissen.
    Wis zin Om de zin voor de cursor te wissen.
    Woorden samenvoegen Om de 2 woorden die voor de cursor staan, samen te voegen.
    Opmerking: Bij de acties Typ: Punt (.), Typ: Uitroepteken (!) en Typ: Vraagteken (?) wordt de grammatica gereset. Bijvoorbeeld: Ik heb een hond. Gaan we wandelen? Als je de actie Typ: Punt (.) gebruikt na "hond" wordt de grammatica gereset en krijg je "gaan". Als je een punt als tekst toevoegt, wordt de grammatica niet gereset en krijg je "gaat". Het woord "hond" was het laatste zelfstandig naamwoord dat werd ingegeven, dus wordt "gaan" vervoegd.
    Tip: Gebruik bij het maken van een toetsenbord de acties Typ: Punt (.), Typ: Uitroepteken (!) en Typ: Vraagteken (?) in plaats van de acties die de tekst toevoegen.
  5. Klik op OK.