De Windows Controle activeren

Om de Windows Controle te kunnen gebruiken, moet Windows Controle eerst worden geactiveerd. Je kan Windows Controle activeren door het zenden aan te zetten via een actie in een vakje.

  1. Bewerk het vakje (F5).
  2. Klik op Item toevoegen Ctrl+klik=Item kopiëren in het groepsvak Acties.
  3. Kies Windows Controle in de keuzelijst Acties.
  4. Kies in de eerste vervolgkeuzelijst Zenden: aan/uit.
  5. Kies in de volgende vervolgkeuzelijst één van de volgende keuzes:
    • Zenden: aan om het gebruik van Windows Controle te activeren.
    • Zenden: aan/uit om het gebruik van Windows Controle te activeren / deactiveren.
  6. Klik op OK.
  7. Verlaat de mode bewerken (F2).
  8. Klik op het vakje met de toegevoegde actie Zenden: aan of Zenden: aan/uit om het gebruik van Windows Controle te activeren.