De scanningmethode instellen

Bij het instellen van de scanningmethode wordt ingesteld hoe er moet worden gestapt, geselecteerd, gereageerd en gescand.
  1. Kies Extra > Scanningselectie....
  2. Kies het tabblad Methode.
  3. Kies in de vervolgkeuzelijst Stappen: één van de volgende mogelijkheden:
    Keuze Uitleg
    Automatisch Scannen stapt automatisch.
    Via schakelaar 1 Scannen stapt voort telkens je op schakelaar 1 drukt.
    Houd schakelaar 1 ingedrukt Scannen stapt voort zolang je schakelaar 1 ingedrukt houdt.
  4. Kies in de vervolgkeuzelijst Selecteren:, een van de volgende mogelijkheden.
    Opmerking: De mogelijkheden bij Selecteren: zijn afhankelijk van de keuze bij Stappen:.
    Keuze Uitleg
    Via schakelaar 1 Het huidige vakje, kolom of rij wordt geselecteerd van zodra je op schakelaar 1 drukt.
    Via schakelaar 2 Het huidige vakje, kolom of rij wordt geselecteerd van zodra je op schakelaar 2 drukt.
    Automatisch (na timeout) Wanneer een ingestelde tijdspanne, waarin je niet op de schakelaar hebt gedrukt of deze niet ingedrukt hebt gehouden, is verstreken, wordt het huidige vakje, rij of kolom geselecteerd.
    Houd schakelaar 1 ingedrukt Houd de schakelaar die je ook gebruikt voor scannen, ingedrukt. Wanneer een ingestelde tijdspanne is verstreken, wordt het vakje geselecteerd.
    Laat schakelaar 1 los Het scannen stopt wanneer je de schakelaar loslaat. Op dat moment wordt het vakje, de rij of de kolom die werd gescand wanneer je de schakelaar losliet, geselecteerd.
  5. Kies in het veld Reageren: één van de volgende opties:
    Optie Uitleg
    bij indrukken Een vakje, rij of kolom wordt geselecteerd wanneer de schakelaar wordt ingedrukt. Bij scanning met 1 schakelaar verschijnt onderaan de optie Herhaal selectie zolang ingedrukt. Vink deze optie aan om toe te laten dat de selectie wordt herhaald wanneer de schakelaar is ingedrukt. Bijvoorbeeld: bij een vakje om het volume te verhogen.
    bij loslaten Een vakje, rij of kolom wordt geselecteerd wanneer de schakelaar wordt losgelaten.
  6. Kies in de vervolgkeuzelijst Methode: één van de volgende mogelijkheden:
    Keuze Uitleg
    Lineair Alle vakjes worden gescand op een lineaire manier, van links naar rechts, te beginnen bij de bovenste rij.
    Lineair (kolom) Alle vakjes worden gescand op een lineaire manier, van boven naar onder, te beginnen linksboven.
    Zigzag De eerste rij van het rooster wordt gescand van links naar rechts, de tweede van rechts naar links enz.
    Zigzag (kolom) De eerste kolom van het rooster wordt gescand van boven naar onder, de tweede van onder naar boven enz.
    Rij-kolom Eerst wordt het rooster rij per rij gescand en daarna worden de vakjes in de geselecteerde rij gescand.
    Kolom-rij Eerst wordt het rooster kolom per kolom gescand en daarna worden de vakjes in de geselecteerde kolom gescand.
  7. Vink eventueel de optie Terugstappen aan. De eerste keer dat je selecteert, gaat het scannen verder in de omgekeerde volgorde (van rechts naar links of van onder naar boven). Pas bij de volgende selectie wordt er effectief geselecteerd.
    Opmerking: Het inschakelen van deze optie is afhankelijk van de keuze bij Stappen:.
  8. Vink eventueel de optie Stap1 - Stap2 - Selectie aan. Het stappen begint met schakelaar 1, selecteren gebeurt met schakelaar 2. Daarna begint het stappen opnieuw met schakelaar 2, selecteren gebeurt dan weer met schakelaar 1. Het stappen herbegint met schakelaar 1 en selecteren gebeurt met schakelaar 2. De stap- en selectiemogelijkheden blijven elkaar zo verder afwisselen.
    Opmerking: Het inschakelen van deze optie is enkel mogelijk als het stappen gebeurt Via schakelaar 1, het selecteren Via schakelaar 2 en de methode Rij-kolom of Kolom-rij wordt gebruikt.
  9. Vink eventueel de optie Scangroepen gebruiken uit, als je geen gebruik wil maken van de zelf ingestelde scangroepen. Deze optie staat standaard aangevinkt.
  10. Vink eventueel de optie Prescan in blokken aan. De communicatiekaart wordt in blokken gescand. Je kan de grootte van de gebruikte blokken instellen.
  11. Klik op OK.