De camera kalibreren voor oogsturing

  1. Stel de oogpositie correct in. Zie De oogpositie ten opzichte van de oogsturingscamera instellen.
  2. Kies Menu > Instellingen.
  3. Kies Bediening.
  4. Kies Oogsturing.
  5. In het groepsvak Camera, bij Kalibreren, kies .
    Het kalibratiepunt dat gekozen en ingesteld werd bij Kalibratie-instellingen, beweegt over het scherm.
  6. De gebruiker volgt de bewegingen van het kalibratiepunt tot het stopt met bewegen en blijft op specifieke posities (5, 9 of 16) even staan. Op die posities is het van belang dat de gebruiker focust op het kalibratiepunt.
    De resultaten van de kalibratie worden getoond.
  7. Volg de aanwijzingen op het scherm om het kalibreren eventueel te verbeteren en te voltooien.
  8. Kies OK.