Modelleren

Ondersteun als gesprekspartner direct vanaf het begin je eigen spraak met het modelleren in SCORE. Gesprekspartners zijn niet alleen de logopedist maar ook de ouders, leerkrachten, begeleiders, familie, vrienden, broers, zussen et cetera.

Modelleren betekent dat je de gebruiker toont hoe het ondersteunend communicatiemiddel kan worden gebruikt. Het gaat niet alleen om het aanwijzen waar een symbool zich bevindt maar meer om voor te doen hoe een begrip toegepast wordt en hoe dat kan worden gecombineerd met andere woorden.

Ondersteun je spraak dus met het aanwijzen van symbolen en foto’s. Dat kan zowel op een high-tech vorm (SCORE op computer of Tellus/Mobi of non-tech vorm (Communicatieklapper of A4/A3 kaart) zijn.

De gesprekspartner modelleert altijd net wat langere uitingen dan de OC-gebruiker zelf toepast. Wijs niet te lange zinnen aan. Maak zelf ook korte zinnen. Als een kind zelf alleen het begrip ‘mama’ toepast, voeg daar dan 1 tot 3 begrippen aan toe zoals ‘mama komt’. Vraag niet aan het kind om de zin te herhalen. Wees alleen een voorbeeld en niet meer dan dat.

Modelleer in alle contexten, dus niet alleen maar tijdens het half uur logopedie of tijdens vaste begeleidingsuren op school maar ook tijdens het eten en spelen.

Door dit dagelijks te doen leert het kind sneller de locatie en het gebruik van de begrippen. Tevens wordt de spreeksnelheid automatisch vertraagd wat ten goede komt aan het verwerken van de informatie bij de OC-gebruiker. Door het kind de juiste taal aan te bieden (symbolentaal) is de kans dat het kind terugspreekt in dezelfde symbolentaal groter.